PRIMAIRE GEGEVENS

 

AUTEUR: Jan Wolkers

TITEL: Turks Fruit

UITGEVER: Meulenhof

UITGAVE: 1969

PLAATS: Amsterdam

INHOUD / SAMENVATTING

Het boek gaat over de ik-figuur Erik, een beeldhouwer en de relatie met zijn vrouw Olga. Olga heeft hem verlaten nadat zij samengewoond hebben en getrouwd zijn geweest. Hij blikt terug op de hoogtepunten van hun relatie. Het verhaal is dus niet chronologisch verteld. Het begint met de ontmoeting en eindigt met het afscheid. Ook beschrijft hij wat er in Olga’s leven nog meer gebeurd. Ze trouwt tweemaal met een andere man, maar die huwelijken worden alle twee verbroken. In de eerste hoofdstukken van het boek beschrijft de ik-figuur de ontmoeting met Olga. Als hij staat te liften langs de snelweg en Olga hem mee neemt. Zij bedrijven in haar auto voor het eerst de liefde met elkaar. De ik-figuur vertelt hoe het leven bij Olga thuis was. Haar vader die vaak in zijn neus zat te peuteren en van het opgedroogde snot draaide hij bolletjes om ze vervolgens onder zijn stoel te plakken. Haar vader vertelde ook altijd dezelfde mop, van die twee jongens die naar Parijs gingen, die gingen niet. Olga’s moeder die de ik-figuur nooit heeft gemogen, die altijd vreemdging met klanten en vrienden, maar thuis de goede huisvrouw uithing. Ook worden de hoogtepunten nauwkeurig beschreven wanneer zij op seksueel gebied bezig zijn. Of de geweldige vakantie op Ameland.
De vele keren dat Olga model staat, en hun bijna niets kostende trouwdag, wanneer Olga achter op de fiets moet om naar het stadhuis te komen. 

Er wordt langzaam naar een hoogtepunt (climax) toegewerkt. Als Olga tijdens een zakendiner zit te flirten met een zakenrelatie. De ik-figuur weet niet wat hij moet doen. Opstaan en weglopen of blijven zitten? Dan wordt hij er zo misselijk van dat hij de tafel onder kotst. Olga neemt dit niet en trekt weer bij haar moeder in, die eindelijk haar zin heeft dat ze uit elkaar zijn. Niet kort daarna volgt een echtscheiding. Nadat Olga hem verlaten heeft loopt de spanning weer af. Het verhaal gaat verder met het leven van de ik-figuur en soms wat fragmenten uit Olga’s leven. De ik-figuur vergooit zich aan alle meisjes die hij tegen komt. Maar hij blijft ze altijd vergelijken met Olga. En niemand komt volgens hem ook maar iets in de buurt. Ze zien elkaar alleen bij toeval soms in de stad, maar alleen nutteloze gesprekken volgen. Elke keer als ze elkaar weer ontmoeten voelt de ik-figuur zich weer enkele dagen heel eenzaam. Olga was alles voor hem.

In het laatste gedeelte van het boek komt Olga terug uit de Arabische golf, waar zij met haar derde echtgenoot jaren heeft doorgebracht. Als Olga terug in Nederland is word het huwelijk verbroken. Olga heeft regelmatig last van hoofdpijn en is vaak moe. Dan belt op een dag haar moeder op naar de ik-figuur om de situatie uit te leggen. Olga had een hersentumor zo groot als een stuk toiletzeep. Ze moest een hersenoperatie ondergaan. De doktoren hadden alles weggehaald behalve de wortels, die zaten te diep. Olga was ongeneeslijk ziek. Door de vele bestralingen die Olga moest ondergaan verloor zij haar haar. De ik-figuur komt elke dag langs en ziet Olga aftakelen. Op het laatst ziet ze bijna niets meer, toch blijft hij haar bloemen geven en op een dag koopt hij voor haar een rode pruik. Het enige wat Olga durfde te eten met haar loszittende tanden was Turks fruit (tevens ook titelverklaring). Olga sterft op een vroege voorjaarsavond. De dokter vraagt of Olga de pruik moet houden. De ik-figuur antwoordde met:,,Ja, zo had ze het zelf gewild.”


TITELVERKLARING

De titel van het boek is Turks Fruit. Dit slaat op het snoep dat Olga de ik-persoon liet halen, toen zij kanker had. Dit was het enige wat ze nog durfde te snoepen met haar loszittende tanden.

 

MOTTO

Het motto van het boek is : Rastapopoulos: Ik, naar? Ik ben de grootste naarling van de hele wereld! Het is erg, maar toch is het echt waar!

Carreidas: O ,nee, ik ben de grootste naarling van de wereld...En ik ben trouwens veel rijker!

Rastapopoulos: Misschien, maar ik heb mijn drie broers en mijn twee zusters geruïneerd en mijn ouders uitgezogen....Nou, wat zegt u daarvan?

Carreidas: dat is nog niks! Ik ben zo slecht geweest tegen mijn oudtante, dat ze gestorven is van verdriet!

Rastapopoulos: Nu heb ik er genoeg van! Vooruit, geef toe, dat ik slechter ben dan u!

Carreidas: Nooit! Hoort u dat? Ik sterf nog liever!

De avonturen van Kuifje

VLUCHT 714


Verklaring van het motto:

Het motto is een zinloze discussie tussen twee eenzame figuren die allebei voor hun gelijk gaan. Olga en de hoofdpersoon waren ook eenzame figuren die voor hun gelijk gingen.

Het motto is een overeenkomst met het tweede deel van het boek Want dan voeren Olga en de hoofdpersoon ook veel van zulke zinloze gesprekken.

 

TIJDSVERLOOP

Het speelt zich waarschijnlijk af in de jaren zestig. Dat kan je afleiden van de messen uit de Tweede Wereldoorlog die als relatiegeschenk dienen.

 

RUIMTE

De plaats waar de meeste gebeurtenissen zich afspelen is in Amsterdam, in het atelier tevens woonruimte. Daar bedrijft hij met veel meisjes, maar met name Olga, de liefde. Daar staat Olga vaak model en maakt hij veel beelden van haar. Daar verwerkt hij ook zijn verdriet, hij beleeft er goede en slechte tijden. Ook in Alkmaar speelt het verhaal zich soms af, daar woont Olga en daar is de winkel van haar vader “Hermes”.

 

DE WIJZE VAN VERTELLEN

Het verhaal is verteld in de ik-vertelsituatie, want je ziet het verhaal gewoon door zijn ogen. Je kan doordat je het verhaal door zijn ogen ziet, je goed inleven in het verhaal.

 

THEMA

Het thema van dit boek is liefde, de relatie tussen de ik-figuur en Olga. Het hele boek gaat daarover, het is het centrale probleem in het boek.

 

MOTIEVEN

De motieven zijn verdriet, ongeneeslijke ziekte, eenzaamheid, seks, dood en overspel.

PERSONAGES

De hoofdpersoon van het verhaal en tevens de 'ik'-figuur is Erik, een beeldhouwer, die duidelijk heel anders leeft dan 'gewone' mensen. Alles wordt intensiever beleefd. Voor hem bestaat de hele wereld eigenlijk uit hem en Olga. Erik kan zijn verlies (van Olga) maar niet begrijpen. Begrip bij anderen vindt hij niet. De schuld legt hij bij zijn schoonmoeder, waarmee hij vanaf het begin een haat-relatie heeft.

De bijpersonen in het verhaal zijn:
Olga, de (ex-)vriendin van Erik. Zij is bang voor zwangerschap en houdt daarom niet van kinderen. Wel houdt ze erg van dieren. Ze is erg praktisch, wat blijkt uit het verdienen van geld, nodig voor het dagelijks levensonderhoud. Ze laat zich erg vertroetelen door Erik die grote invloed op haar heeft. Uiteindelijk zijn het tekort aan welvaart en de invloed van haar moeder de oorzaken tot de scheiding tussen haar en Erik.
Olga's moeder is voor Erik de boze heks. Ze is heel berekenend en ze is haar man om welvaartsredenen getrouwd
Olga's vader is een sympathieke en komische man die het goed met Erik kan vinden, maar hij heeft weinig invloed op de relatie tussen zijn dochter en Erik.

 

EINDOORDEEL

Het is een erg grappig boek met af en toe minder leuke gebeurtenissen. Je komt er snel doorheen, het is al niet zo'n groot boek en het is zo geschreven dat het makkelijk leest. Het is naar mijn mening een leuk voor voor de jeugd, aangezien er veel dingen in gebeuren die in het doorgaans studentenleven ook gebeuren. Het boek is humoristisch met af en toe wat ingrijpends, bovendien leest het snel weg, echt een aanrader voor mensen die misschien niet zo goed weten wat ze willen lezen.

 

KEUZEOPDRACHT

Kies een fragment van circa 250 woorden en herschrijf het stuk. Zorg ervoor dat jij zelf ook in het verhaal voorkomt.

Diezelfde avond kreeg ik ruzie met de gerant omdat ik aanmerkingen had gemaakt op het eten en het plafond bevuild had. Het was inderdaad walgelijk voer geweest dat ze ons hadden voorgezet. Jachtschotel. Grote hompen vlees in bruine kledder. Of iemand met reeskak had zitten schrokken. Kunstenaars zijn inhalig en kritiekloos. Iedereen was zijn bord al aan het volplensen, maar ik schoof ineens de schaal van me af en sloeg met mijn vuist op tafel. 'Dit is walvisvlees,' schreeuwde ik. Iedereen ging ineens voorzichtig nippen alsof er graten in konden zitten. Er werd gekeurd, geproefd, geroken. De ober, Ward, werd geroepen. Hij kon het niet ontkennen, maar vond de naam jachtschotel toch wel gerechtvaardigd. De walvissen waren jaren geleden door de Willem Barentsz gevangen en ingeblikt voor de consumptie, zei Ward. Maar je kan het volk niet alles laten vreten en zo waren ze tegen dumpprijzen in de hotels terechtgekomen omdat ze dachten dat de hongerige toeristen zich te barsten zouden slurpen aan die grootste lijken ter wereld. Niemand durfde meer een hap te eten en sommigen gingen naar de plee hun mond uitspoelen of kotsen. Er werd afgeruimd en we kregen niets anders te eten. Alleen nog roze puddinkjes voor dessert, die zo hard waren, dat ze, toen we ze uit balorigheid tegen het plafond slingerden, geen spoor op de kalk achterlieten. De volgende dag werd ik bij de directeur van het hotel geroepen, een man met een bleek pafferig gezicht en een tegen zijn slappe hals weggedoken kinnetje, die eigenlijk een hazenlip had moeten hebben.

Maak jouw eigen website met JouwWeb