PRIMAIRE GEGEVENS

 

AUTEUR: Harry Mulisch

TITEL: De aanslag

UITGEVER: Uitgeverij De Bezige Bij 

UITGAVE: 1982

PLAATS: Nederland

 

INHOUD / SAMENVATTING

 

EERSTE EPISODE 1945
Het is januari 1945. In Haarlem zit het gezin Steenwijk (moeder, vader, Anton en Peter) in de eetkamer van hun villa. De jongens maken ruzie, het is koud en er wordt besloten tot een spelletje mens-erger-je-niet voor het slapengaan. De rust wordt echter ruw verstoord door harde knallen op straat en vol ontzetting ziet het gezin hoe de NSB’er Fake Ploeg wordt doodgeschoten en door de buren Korteweg voor huize Steenwijk wordt gelegd.

Peter wil naar buiten om het lichaam weg te halen, maar wordt tegengehouden door de ouders. Het duurt niet lang voor de Duitsers aankomen en Anton en zijn ouders meenemen. Peter is erin geslaagd te vluchten. Anton wordt in een auto opgesloten, ziet zijn ouders verdwijnen.

Hij wordt naar het politiebureau gebracht en moet in een cel slapen, waar hij een aardige vrouw ontmoet die hem gerust stelt. Een uur later wordt Anton uit zijn cel gehaald en per motorfiets naar de plaatselijke bevelhebber gebracht. Deze weet niet waar zijn ouders zijn, maar als Anton vertelt over zijn oom en tante in Amsterdam, wordt besloten dat hij daarheen gaat. De vrachtwagen die hem wegbrengt, wordt onderweg getroffen door een luchtaanval, maar Anton komt toch veilig in Amsterdam aan.

TWEEDE EPISODE 1952
Na de bevrijding, horen Anton en zijn oom en tante dat zijn ouders en broer Peter op de avond van de aanslag gedood zijn. Anton blijft bij zijn oom en tante wonen en gaat medicijnen studeren. Op twintigjarige leeftijd, in 1952, keert hij terug naar Haarlem – op uitnodiging van een studiegenoot.

Het feest wordt gehouden in de buurt van zijn oude straat, en als er foute grappen worden gemaakt over de Korea-oorlog in vergelijking met WO II, verlaat Anton het feest. Hij komt weer in zijn oude straat en wordt gezien en binnen gevraagd door zijn oude buurvrouw Beumer, wiens man dement is geworden.

Ze vertelt Anton dat zijn ouders werden vermoord omdat ze de Duitsers aanvielen, dat de buren Korteweg zijn verhuisd en dat er op de plek waar eerst Antons huis stond, een monument is opgericht voor oorlogsslachtoffers. Als Anton erheen gaat, ziet hij dat de namen van zijn ouders er wel op staan, maar die van Peter niet. Thuis vraagt hij zijn oom en tante waarom ze hem nooit verteld hebben over het monument. Ze zeggen dat ze dat wel hebben gedaan maar dat hij er niet heen wilde.

DERDE EPISODE 1956
Tijdens zijn studie gaat Anton op kamers wonen, een eindje bij zijn oom en tante vandaan. Hij specialiseert zich in de anesthesie. Ondertussen neemt het communisme wereldwijd toe en ook in Nederland breken relletjes uit. Anton houdt zich er verre van, maar op een avond is hij getuige van een geweldpleging door politie en tot zijn grote verbazing bevindt Fake Ploeg junior zich in de menigte – de zoon van de vermoorde NSB’er, zoveel jaren geleden.

Anton vraagt hem binnen en ze praten over hun veranderde levens. Fake, die destijds bij Anton in de klas zat op het lyceum en gepest werd met zijn vader, werkt nu in een huishoudzaak en is ervan overtuigd dat de communisten de oorlog veroorzaakten. Na de dood van zijn vader raakten zijn moeder en hij aan de bedelstaf. Hij weigert te geloven dat zijn vader een slecht mens was. Uit frustratie, woede en verdriet gooit Fake een steen door de kamer en vertrekt, maar komt even later terug en bedankt Anton omdat hij het op school altijd voor Fake opnam.

VIERDE EPISODE 1966
Jaren gaan voorbij. Anton wordt arts-assistent en trouwt met Saskia de Graaff, met wie hij een dochtertje krijgt, Sandra zijn oom is dan al overleden. Saskia’s vader, meneer De Graaff, heeft in de oorlog gediend als verzetsstrijder. Als een goede vriend van hem overlijdt, breekt er in een café na de begrafenis een discussie los over de ware redders van de oorlog: de Amerikanen of de Russen.

Tot zijn verbazing ontmoet Anton hier een zekere Cor Takes, de moordenaar van Fake Ploeg. Buiten praten zij met elkaar, en Cor vertelt dat hij Fake doodde omdat het moest, ongeacht de gevolgen. Anton komt erachter dat de vrouw met wie hij die nacht in de cel zat, de vriendin van Cor was die ook meedeed aan de moord – Truus Coster, die ook vermoord werd door de Duitsers. Er blijft één brandende vraag over: waarom werd het lichaam van Ploeg door de buren Korteweg voor Antons huis neergelegd?

Anton gaat met Sandra en Saskia naar het strand, waar hij ligt te denken over Truus. Thuis gebeurt ditzelfde, en bij het zien van een foto van Saskia beseft Anton dat hij zich Saskia en Truus hetzelfde voorstelt. De volgende dag gaat Anton weer naar Takes toe.

Er is dan veel media-aandacht voor de vrijlating van een oud-officier van de SS, die veel mensen vermoord heeft. Ook Takes en Anton zijn hierdoor van streek. In het souterrain van Takes’ appartementencomplex praten ze over Truus, die Fake de laatste twee schoten gaf en door hem zelf neergeschoten werd. Op een foto van haar ziet Anton dat ze op Saskia lijkt. Takes heeft nog steeds haar pistool.

VIJFDE EPISODE 1981
De tijd verstrijkt en Anton wordt ouder. Hij scheidt van Saskia en hertrouwt met Liesbeth, met wie hij een zoon krijgt: Peter. Hij brengt zijn vakanties door in Toscane en krijgt af en toe last van paniekaanvallen als hij ineens een flashback heeft van 1945. Als zijn dochter Sandra zestien is, neemt hij haar mee naar zijn oude straat.

Ze mogen binnen in het huis dat nu op de plek van Antons ouderlijk huis staat en ineens ziet Anton op het monument ook de naam Takes, waarmee waarschijnlijk Takes’ broertje bedoeld wordt. Samen met Sandra bezoekt Anton Truus’ graf.

In 1981 zijn er demonstraties tegen atoomenergie waar Anton zich niets van aantrekt, maar hij wordt gedwongen mee te doen als hij last krijgt van kiespijn en zijn tandarts alleen wil helpen als hij mee gaat demonstreren. Op die demonstratie treft Anton niet alleen zijn inmiddels negentienjarige zwangere dochter Sandra en haar niet zo fatsoenlijke vriend, maar tot zijn verbazing ook zijn oude buurvrouw Karin Korteweg, degene die samen met haar vader het lijk van Fake Ploeg bij Anton voor de deur sleepte.

Karin vertelt dat Peter die nacht bij hen naar binnen glipte, hen onder schot hield en even later doodgeschoten werd door een Duitser. Ook komt Anton erachter dat het lichaam van Ploeg bij hen op de stoep belandde omdat meneer Korteweg zijn geliefde hagedissenverzameling niet wilde opgeven.

Nadat Karin en haar vader zagen hoe Anton en zijn familie beschuldigd werden – na verhoor werden zijzelf vrijgelaten – kreeg haar vader een gigantisch schuldgevoel en vermoordde hij zijn hagedissen. Na de oorlog verhuisden ze, maar Karins vader pleegde in 1948 zelfmoord, uit angst dat Anton zich op hem zou komen wreken.

Tot slot vraagt Anton aan Karin waarom ze Fake juist voor zijn huis neerlegden en niet bij het bejaarde echtpaar Aarts. Karin antwoordt dat haar vader dat niet wilde omdat het echtpaar Aarts joden in huis had. Na deze ontdekking loopt Anton weg bij Karin en vervolgt samen met zijn zoon Peter de demonstratie.

TITELVERKLARING

 

De aanslag slaat op de moordaanslag op Ploeg, een NSB- er en hoofdinspecteur van de politie. Deze wordt in januari 1945 doodgeschoten voor het huis van de familie Steenwijk. Daarna is het een chaos en de Duitsers arresteren de familie Steenwijk. De vader, moeder en broer van Anton worden doodgeschoten. Zijn hele leven wordt Anton hier nog mee geconfronteerd. Het is dus ook een aanslag op zijn leven.

 

MOTTO

 

Het motto is “overal was het al dag, maar hier was het nacht, neen, meer dan nacht.”

Deze regels, van de Romeinse geschiedschrijver Plinius, hebben betrekking op de as die op de aarde neerkomt na een vulkaanuitbarsting. De ervaringen uit de Tweede Wereldoorlog blijven Anton de rest van z’n leven achtervolgen. De rest van zijn leven is gehuld in een ‘wolk as’ na een uitbarsting’.

 

 

RUIMTE, COMPOSITIE EN TIJDSVERLOOP

 

Het verhaal begint in 1945, in de Haarlemse villastraat, als Anton twaalf jaar is. Daarna wordt er een tijdsprong gemaakt naar 1952, in Amsterdam: Anton is dan bezig met opgroeien van een kind in een tiener/volwassene. Er wordt hier veel teruggeblikt op de bevrijding. Hij woont bij zijn oom en tante in Amsterdam. In het derde deel van het boek is het 1956 in Amsterdam: Anton is een studerende twintiger. In het vierde deel is het 1966 en is Anton rond eind twintig, begin dertig: hij is getrouwd met Saskia de Graaff en heeft een dochter, Sandra. Het is onduidelijk waar zij wonen, maar waarschijnlijk in de buurt van Amsterdam. In de laatste episode is het 1981 en woont Anton overal en nergens: zowel in Nederland als in Zuid-Italië. Hij is rond de veertig/vijftig, is met zijn tweede vrouw en heeft een zoon, Peter.

DE WIJZE VAN VERTELLEN

 

Het verhaal is geschreven vanuit een personaal perspectief (hij/zij), namelijk vanuit Anton. De lezer ziet en ‘ervaart’ alles door zijn ogen, maar er wordt op bepaalde momenten ook een beschrijving gemaakt van Antons leven en dan staat de verteller verder weg van het verhaal. In het proloog wordt geschreven vanuit de alwetende verteller. Er komen dus perspectiefwisselingen in het boek voor. Zie hieronder een klein stukje uit het boek van bladzijde 146.

""Dan neem ik nog een borrel." Hij hief zijn glas jenever, wisselde een blik met De Graaff en draaide zich om. Opeens viel er even een stilte aan de tafel. Alleen de twee mannen die links van Anton zaten praatten zacht met elkaar, zoals zij de hele tijd al hadden gedaan. En op dat moment ving Anton deze zin op: "Ik schoot eerst in zijn rus, en toen een keer in zijn schouder en in zijn buik, terwijl ik hem voorbijfietste.""

THEMA

 

Dood door schuld. Het boek gaat voornamelijk over Anton die zich bezig houdt met het probleem van de schuldvraag. Hij is constant op zoek naar wie schuldig is voor de aanslag die tijdens de tweede wereldoorlog is gepleegd waardoor zijn leven zo erg is veranderd. Ook is de schuldvraag algemener toe te passen op de Tweede Wereldoorlog in het algmeen en niet alleen Antons eigen ervaring. Door middel van het dobbelsteenmotief probeert Mulisch te laten zien dat oorlogen vaak chaotisch verlopen en veel over het algemeen op toeval berust in zulke situaties. Anton ontdekt op het einde van het boek waarom de aanslag is gepleegd, maar het voelt niet als een goed antwoord omdat de beslissing van de Duitsers voornamelijk op toeval berust.

MOTIEVEN

 

Een belangrijk motief in het boek is het toeval: per toeval komt Anton steeds met mensen in contact die te maken hebben met de aanslag. En het verhaal begint als de familie een spelletje mens- erger- je- niet speelt. Anton stopt als er schoten klinken de dobbelstenen in zijn zak. Daarna gaat alles fout. Later ziet Anton een keer een aansteker in de vorm van een dobbelsteen, waarna hij een zenuwinzinking krijgt. De bobbelstenen keren ook vaak bij toeval terug.

Een aantal andere motieven zijn:

1. Het steenmotief: de dobbelstenen, Anton Steenwijk, de steen die Fake door de spiegel gooit, de Stone of Scone.

2. Het woordspelmotief: de naam van de villa ‘buitenrust’, Anton is gefascineerd door cryptogrammen.

3. Het droommotief: achter op de motor op weg naar de Ortskommandantur, Anton op het strand met zijn vrouw Saskia en dochter Sandra.

 

PERSONAGES

 
ANTON STEENWIJK
Anton Steenwijk woonde tot ongeveer zijn dertiende met zijn beide ouders en broer Peter in een Haarlemse villa. Als kind was hij niet heel bijzonder; gekoesterd door zijn ouders en geplaagd door zijn broer. Toen zijn ouders en broer in onschuld werden vermoord, werd hij geadopteerd door zijn oom en tante in Amsterdam. Als Anton opgroeit, blijft de herinnering aan die avond in 1945 hem achtervolgen: onbewust wil hij weten wie Fake Ploeg vermoordde en waarom het lichaam bij Anton op de stoep werd gelegd. Anton laat het leven min of meer aan zich voorbij trekken terwijl hij trouwt en kinderen krijgt, en wordt door maar weinig dingen geprikkeld. Naast zijn werk houdt hij zich bezig met lezen en puzzels oplossen. Hij bezit vier huizen, waarvan een aantal in Italië. Politiek en actualiteit boeien hem weinig; het enige waarvoor hij echt leeft, is eigenlijk het verleden.
 
SASKIA STEENWIJK
Over Saskia kom je niet zo veel te weten, doordat zij meer op de achtergrond blijft. Wel weet je dat zij veel van Anton houdt en nog meer van hun dochtertje Sandra. Later als ze gescheiden is blijft ze wel goede vrienden met Anton.
 
SANDRA STEENWIJK
Ook over haar kom je weinig te weten doordat ook zij op de achtergrond blijft. Wel merk je aan het verhaal dat ze erg goed met haar vader kan opschieten en die twee ook een erg goede band hebben.

 

 

KEUZEOPDRACHT

12 juni 1945, 

Vandaag was een verschrikkelijke dag. Het begon allemaal met mama die ruzie had met Peter, en mijn vader die de hele dag op zijn stoel zat te lezen. Ik zat zoals altijd in de kelder tijdschriften over vliegtuigen te lezen. Het was een doodnormale dagtotdat er buiten opeens vuurschoten klonkenEerst driedaarna was het even stiltoen weer twee en na een tijdje weer drie. Snel keek ik uit het raampje van de kelder en zag een lichaam op de stoep liggen. Tot onze verbazing zagen we de buurman het lichaam voor op onze stoep leggen en weg rennen. Peter zei nog tegen papa en mama dat dit niet kon en hij het lichaam wilde verplaatsen. Er ontstond ruzieals die ruzie er niet was geweest, was Peter nu nog bij ons. Na de ruzie ging Peter alsnog naar buiten en wilde het lichaam verplaatsen. Echter was hij al te laat, er kwamen Duitsers de hoek om de straat in. Peter pakte het pistool dat bij het lichaam lag en rende wegdat is het laatste wat ik van hem gezien heb. Daarna zijn hebben de Duitsers mijn ouders en mij meegenomen naar buiten en ons huis af laten brandenwaarom weet ik niet. Ik ben met een auto van de Duitsers mee gereden en mijn ouders ben ik in de chaos ook kwijt geraakt. Na dat ik op een een of ander Duits hoofdkwartier ben geweest werd ik opgehaald door mijn oom, die me met hem mee naar huis namnaar Amsterdam, waar ik nu tijdelijk in huis zit.